Ruim 25 jaar voerde Emily (73) meisjesbesnijdenissen uit. Daarmee hielp ze, zo geloofde ze, meisjes bij het volwassen worden. Maar de tijden veranderden, en Emily veranderde mee. Mede dankzij haar dochter Esther, die tegen de praktijk in verzet kwam.
“Het is puur toeval dat ik besnijdster ben geworden. Toen ik jong was, kwam mijn broer op zeker moment thuis met een vrouw uit een andere regio van Kenia. Een plek waar vrouwen niet besneden worden.
Mijn broer wilde met haar trouwen, maar dat kon toen echt niet met een onbesneden vrouw. Daarom moest dat eerst gebeuren. En omdat ik in mijn dorp al werkte als vroedvrouw, vroeg mijn broer of ik het kon doen."
In Oost-Afrika worden jaarlijks vele duizenden meisjes besneden. Amref strijdt tegen dit zeer schadelijke overgangsritueel, dat diep ingesleten is in de cultuur van nomadische gemeenschappen. We werken daarbij samen met alle betrokkenen: meisjes en hun gezinnen, dorpsoudsten, (ex-)besnijdsters, leraren, lokale overheden en zorgverleners. In deze serie portretten geven we hun perspectieven weer.
Zoals dat van Emily, ex-besnijdster en moeder van een activiste tegen meisjesbesnijdenis.
"Ik stemde toe, maar wist niet hoe het moest. Daarom heb ik eerst bij mijzelf gekeken hoe het eruit zag, met een spiegel. Want ik was als meisje natuurlijk ook besneden. Toen haalde ik handschoenen en een scheermes, en heb ik nagedaan wat ik bij mezelf zag. Nee, moeilijk was dat niet.
Toen mensen eenmaal wisten dat ik dit kon, klopten ze vaker bij me aan. Dat vond ik logisch, omdat ik ook als vroedvrouw werkte. Vijfentwintig jaar lang heb ik besnijdenissen uitgevoerd. Ik vond dat een eervolle baan. Ik dacht: door mij kunnen meisjes vrouw worden en een man vinden, door mij worden ze volwassen."
Emily met haar dochter Esther (rechts naast haar), kleindochter Mercy (naast Esther) en Catherine (links), een meisje dat opgenomen is hun gezin omdat ze weigerde besneden te worden.
"Toch voelde ik ergens ook wel dat er schadelijke kanten waren. Vanwege de pijn, maar ook omdat ik zag dat het bevallingen veel zwaarder maakt. Toen ik onbesneden vrouwen ging helpen bij de geboorte, merkte ik dat ik bij hen veel beter kon voelen of de baby goed lag. Bovendien werd het uitvoeren van een meisjesbesnijdenis op zeker moment verboden.
De tijden veranderden. Zelfs mijn eigen dochter, die vroeger zelf besnijdster wilde worden, kwam ertegen in actie. Ik dacht eerst nog: kunnen we niet beter zorgen voor goede pijnbestrijding? Want soms wordt een vrouw verstoten als ze niet besneden wil worden. Mijn dochter liet me echter inzien dat je beter af bent als verstoten dan als besneden vrouw. Toen dacht ik: oké, ik stop ermee en ga achter mijn dochter staan. En al hebben mijn voormalige vakgenoten me dat niet altijd in dank afgenomen, ik ben daar nog steeds blij om.”
Bescherm jij een meisje?
Wereldwijd lopen 4 miljoen meisjes het risico om besneden te worden. Help jij ons meer meisjes te beschermen?