De Keniaanse Esther (40) groeide op met een moeder die als besnijdster veel aanzien genoot in haar gemeenschap. Toch besloot ze voor zichzelf een heel andere weg in te slaan: die van activiste tégen meisjesbesnijdenis. Haar moeder staat inmiddels aan haar kant - nu de andere besnijdsters in haar regio nog.
“Als kind was ik heel trots op mijn moeder. Ze was vroedvrouw en besnijdster, en had veel aanzien in het dorp. Als er een geit werd geslacht, kreeg zij altijd een deel van het beste vlees. En goed vet, om in te koken.
Mijn moeder droeg onze cultuur uit, zorgde ervoor dat die bewaard bleef. Zo zag ik dat. En ik vond dat goed. Daarom wilde ik zelf eerst ook besnijdster worden. Mijn moeder was niet heel enthousiast over dat idee. Niet zozeer omdat ze moeite had met de ingreep, maar omdat het inmiddels illegaal was."
In Oost-Afrika worden jaarlijks vele duizenden meisjes besneden. Amref strijdt tegen dit zeer schadelijke overgangsritueel, dat diep ingesleten is in de cultuur van nomadische gemeenschappen. We werken daarbij samen met alle betrokkenen: meisjes en hun gezinnen, dorpsoudsten, (ex-)besnijdsters, leraren, lokale overheden en zorgverleners. In deze serie portretten geven we hun perspectieven weer.
Zoals dat van Esther, activiste tegen meisjesbesnijdenis en (pleeg)moeder van meisjes die weigeren besneden te worden.
"Rond die tijd raakte ik in contact met Amref; ik kon een training volgen over de risico’s van meisjesbesnijdenis. Daardoor realiseerde ik me: mijn moeder helpt die meisjes niet om volwassen te worden, zoals ik altijd dacht, ze beschadigt hen juist. Want eenmaal besneden worden meisjes vaak uitgehuwelijkt. Ze stoppen met school, krijgen kinderen, en hun kans op een zelfstandige toekomst is weg. Ik zag meisjesbesnijdenis voor wat het is: onderdrukking.
Ik heb hier met mijn moeder over gepraat, en zij besloot toen vrij snel om haar werk op te geven. Ze wist gewoon dat het tijd was om te veranderen, en dat maakte me enorm trots. Maar niet iedereen was zo gemakkelijk overtuigd. Ik probeerde goed contact te houden met de besnijdsters in mijn regio. Ik dacht: als ik hen te vriend houd, kan ik invloed op ze uitoefenen. Dat is niet helemaal gelukt. Toen mijn moeder en ik aangaven dat we een einde wilden maken aan de traditie, kregen we veel weerstand."
"Dat was misschien ook wel te verwachten. Deze vrouwen verdienen immers hun geld met besnijdenissen, het geeft ze status. En ze denken: bevallen doet pijn, besnijden doet pijn, als vrouw hoort pijn er gewoon bij. Het enige nare aan hun functie is dat ze het geschreeuw van de meisjes moeten verdragen. Maar er zijn altijd vrouwen aanwezig die het meisje vasthouden. En dat schreeuwen duurt maar even.
Pijnlijk
Voor mij was het niet zo erg dat ik vijanden maakte binnen die groep. Ik werd genegeerd, en dat was vervelend, meer niet. Mijn dochter Mercy heeft er echter wel zwaar onder geleden. Zij werd gepest en buitengesloten. Het werd zo erg dat ze mij smeekte om haar te laten besnijden. Dat was pijnlijk. Maar ik wist: het kwaad dat ik haar zou doen door toe te geven aan die wens, is vele malen groter dan het kwaad van gepest worden."
Esther met haar dochter Mercy (links naast haar) en de meisjes die ze in huis heeft genomen omdat ze vluchtten voor een besnijdenis of uithuwelijking.
"Gelukkig is Mercy nu blij met mijn besluit. Zij is veilig. Net als de vier meisjes die tijdelijk bij mij in huis wonen, omdat ze wegvluchtten van hun ouders. Ik kan alleen niet iederéén helpen. Soms willen ouders niet luisteren, soms is mijn huis vol of mijn geld op. Dan faal ik, en dat vind ik zo erg.
Toch ga ik door, ik kan niet anders. Voor mijzelf is het te laat: ik ben besneden en jong uitgehuwelijkt. Ik kan de vrouw van mijn dromen niet meer worden. Maar de volgende generatie meisjes kan dat wél. Ik wil dat zij niet meer jong trouwen, dat ze studeren en werk vinden. We hebben genoeg geleden.”
Bescherm een meisje
Wereldwijd lopen 4 miljoen meisjes het risico om besneden te worden. Help jij ons meer meisjes te beschermen?